Caecilia-koor 100 jaar
Fien Minis: vrijwilligster en duizendpoot
Op de lagere school in Assen zat ze al in een kinderkoor. Nu is de bijna 60-jarige Fien Minis al twintig jaar sopraan bij het Caecilia-koor van de Broederenkerk - maar dat niet alleen: Fien bekleedt tal van vrijwillige functies. Bij de kerk, in haar wijk, bij de Dierenbescherming, en Slachtofferhulp. Fien Minis is een ware duizendpoot.
Dat Fien een geboren vrijwilligster is, bleek al meteen nadat ze als provincieambtenaar stopte. Bij Slachtofferhulp neemt ze contact op met mensen die een misdrijf of verkeersongeval hebben meegemaakt. Ze helpt die mensen bij de verwerking van trauma’s en wijst hen de weg in praktische zaken, zoals o.a. schadeverzekeringen. De slachtoffers kunnen bij haar terecht met alle vragen waar ze mee zitten. Desgewenst neem ze na verloop van tijd weer contact op met hen.
Nazorg verricht Fien Minis ook als vrijwilligster bij de Dierenbescherming. Ze bezoekt mensen die dieren uit het asiel gehaald hebben om te kijken of alles goed gaat. Verder zet Fien zich in bij „Buurtveilig", in de taakgroep verkeer Raambuurt, haar eigen woonomgeving.
Voor wat betreft de Broederenkerk is Fien ook een ware duizendpoot. Eerst zat ze in de pastoraatsgroep en zette ze zich in voor o.a. de diaconie. Na de sluiting van veel R.K. kerken in de regio kwam er een andere structuur. Er werden diverse coördinatoren aangesteld, die allerlei taken onder hun beheer kregen. Fien is elke vrijdag 's morgens op secretariaat te vinden in het parochiecentrum waar alles gecoördineerd wordt.
Ook opent ze iedere donderdagochtend het Stiltecentrum en blijft daarna ook vaak nog dingen doen of afmaken. Al met al is ze er wekelijks minimaal 12 uur aan het werk.
Dat is dan nog uitgezonderd de donderdagse kooravond wanneer ze het parochiecentrum opent, koffie zet en ook afsluit na het opruimen en het in de vaatwasser zetten van de koffiekopjes. Gelukkig heeft haar man Gide daar alle begrip voor want die zit na zijn pensioen ook niet stil: zo’n tien uur per week is hij in touw voor de Broederenkerk. Hij zit in de Beheergroep (klussen) en heeft de zorg voor het ingewikkelde systeem van de klokken van de kerk.
Het zingen heeft Fien van huis uit meegekregen. Haar moeder zat vroeger in een jeugdkoor en ook de oma van Fien zong in een koor. Geen wonder dat ze op de lagere school al in het kinderkoor zong. Hoewel ze nooit muziek had leren lezen, redde ze zich prima bij de sopranen. Niet voor niets werd ze door Frans Haagen op de basisschool van haar kinderen gevraagd als begeleider van het kinderkoor. Toen Frans dirigent werd van het Caeciliakoor vroeg hij Fien om daar te komen zingen. Fien kreeg een plekje naast Rietje Rothengatter, die haar „mentor“ werd. Samen met Led Hilderink (tenor) was Fien zelfs een tijd voorzitter van het koor, totdat ze werd gevraagd voor de pastoraatsgroep.
De ware kneepjes van het vak leerde ze toen Ton Zwartkruis (als organist) en Jan Achterkamp (als dirigent) Frans opvolgden. Jan leerde haar de echte techniek van het zingen en het „opwarmen van de stem“ voor de repetitie. Ook leerde ze van hen bladmuziek lezen. De zogenaamd „moeilijke“ missen vind Fien nu dan ook een uitdaging. Soms wordt een mis die ze in het begin echt niet mooi vond, zelfs prachtig. "Moeilijk = leuk" is het devies van Fien Minis.
De vergrijzing vind Fien zorgelijk, maar ze begrijpt ook goed dat het moeilijk is om jongeren te interesseren om bijna elke zondag naar de kerk te komen om deze (niet eenvoudige) muziek te zingen. Je moet er hard voor werken. Zelf hoopt ze nog jarenlang in het Caeciliakoor te kunnen zingen. „Misschien kan ik nog het 125-jarig jubileum vieren!“ zegt ze lachend.
Marijke van der Steen