De maagd zal zwanger worden en een zoon baren ... Immanuel: God met ons

De engel in Matheus 1,23 en Jesaja 7,14b

Preken

Pater Jan Hulshof

  • bird.jpg

Jezus bidt dat we één zijn zoals Hij één is met de Vader. Zijn woorden maken indruk, want het verlangen naar eenheid en heel wording zit in alle mensen en in alle religies.

Zevende zondag van pasen – 8 mei 2016

Lezingen:

  • Handelingen 7,55-60
  • Psalmen 97(96),1.2b.6.7b.9
  • Openbaring van Johannes 22,12-14.16-17.20
  • Johannes 17,20-26

De evangelist Johannes heeft ons dit indrukwekkende gebed van Jezus doorgegeven. Jezus heeft het gebeden toen hij afscheid nam van zijn leerlingen, enkele uren vóór zijn lijden en sterven. Het gebed vat alles samen, waarvoor hij leefde en waarvoor hij wilde sterven. Jezus bidt dat we één zijn zoals Hij één is met de Vader. Zijn woorden maken indruk, want het verlangen naar eenheid en heel wording zit in alle mensen en in alle religies. Iedereen kent de breuken en spanningen in zijn eigen leven:  de kloof tussen wat je wilt en wat je doet; de afstand tussen je buitenkant - zoals anderen je zien - en je binnenkant - zoals je jezelf ziet-; het conflict tussen de verlangens van je geest en de beperktheid van je lichaam; de wrijvingen tussen je eigen idealen en die van anderen. Daarom  verlangen we naar eenheid, binnen gezinnen en relaties, eenheid onder alle christenen, eenheid in onze verscheurde wereld, eenwording met God en verzoening met je diepste zelf.

Maar de ene eenheid is de andere niet. Er is ook een eenheid die je benauwd kan maken. Ouderen herinneren zich nog dat rooms-katholieken lang geleden baden om eenheid van alle christenen, en dat we daarmee bedoelden dat de protestanten en oosterse christenen zouden terugkeren naar de ene rooms-katholieke schaapstal. We wilden eenheid, maar dan wel zo dat de anderen werden zoals wij waren. Protestanten zaten op die eenheid niet te wachten. Het Tweede Vaticaans Concilie heeft die mentaliteit doorbroken. We zien nu dat echte eenheid alleen mogelijk is in verscheidenheid. Dit geldt ook voor tussenmenselijke relaties. Wanneer één van beide partners altijd maar weer geacht wordt zichzelf weg te cijferen, toe te geven of zijn mond te houden, omwille van de lieve vrede en eenheid, is dit geen eenheid. Bij de huwelijksvoorbereiding lezen we altijd de woorden van Jezus: ´Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten, en zich hechten aan zijn vrouw: ze zijn dan niet langer twee, maar één.´ ‘Ja’, hoor je die twee dan zeggen, ‘dat willen we ook, één zijn, maar wel met de nodige ruimte.’ Ze herkennen zich in het gedicht van Kahlil Gibran, die zegt  dat trouwen  samenzijn betekent, maar wel zo dat je elkaar ruimte laat: ´Laten er tussenruimten zijn in uw samenzijn…, want de eik en de cipres groeien niet in elkaars schaduw.´

Voor Jezus betekent eenheid niet dat de een verdwijnt achter de ander en dat de een de ander overschaduwt. Hij bidt dat we één mogen zijn zoals de Vader en Hij één zijn. De Vader en Jezus overschaduwen of overtroeven elkaar niet, maar zetten elkaar in het licht. ‘Vader, verheerlijk uw Zoon, opdat uw Zoon u mag verheerlijken.’ Jezus gebruikt hier het woord ´heerlijkheid´, in het Latijn ´gloria´, een woord dat we in het dagelijkse leven niet vaak gebruiken, behalve in ´Lang zal hij leven in de gloria!´ ‘Gloria’ wil zeggen dat je op een stoel in de hoogte getild wordt, dat je in het zonnetje gezet wordt en dat je tot je recht komt. Dat is wat de Vader met Jezus doet, dat is wat Jezus met zijn leerlingen doet en zo gaan de leerlingen van Jezus ook met elkaar om. Ze zijn attent op wat de ander bijzonder maakt, ze laten de ander stralen. Alleen zo groeit echte eenheid.

Wat me opvalt, is dat Jezus de leerlingen niet alleen aanspoort tot eenheid, maar vooral dat hij bidt om eenheid, in een houding van totale openheid en ontvankelijkheid voor de Vader. Jezus weet dat de belangrijkste dingen in ons leven, zoals vergeving, vertrouwen en liefde niet maakbaar zijn. Dit geldt ook voor eenheid en heel wording. Je moet er hard aan werken. Maar telkens merk je dat je het niet allemaal zelf in de hand hebt. Hier stuit je op de grenzen van de maakbare samenleving. Dat is de reden waarom Jezus bidt om eenheid. Daarom bidden ook wij. In het bidden geven we de regie over ons leven uit handen. Mensen die het proberen, merken dat bidden in vertrouwen en ontvankelijkheid zelf al een begin van eenheid en heel wording teweeg brengt. Laten we dus bidden met Jezus dat we één mogen zijn zoals Hij één is met de Vader.