De maagd zal zwanger worden en een zoon baren ... Immanuel: God met ons

De engel in Matheus 1,23 en Jesaja 7,14b

Preken

Overweging van Pastor Clazien Broekhoff op Wereldmissiedag

Jezus is op weg van Galilea in het noorden van Israël naar Jeruzalem, een heel stuk zuidelijker.

Onderweg vertelt hij aan zijn leerlingen over God, over hoe God de wereld graag zou zien, hoe een rijk van God op aarde eruit zou zien. Over hoe mensen dan met elkaar zouden moeten leven. Jezus doet dat ook vóór: hij geneest mensen die ziek zijn, hij luistert naar mensen in nood, hij geeft echt aandacht aan mensen naar wie niemand anders omkijkt.

Vorige week hoorden we het verhaal van de rijke jongeling.

Goede Meester”, vroeg hij aan Jezus: “wat moet ik doen om deel te kunnen nemen aan dat eeuwige Rijk van God?”

 

Deze week horen we een vraag van Jakobus en Johannes, met ook een verlangen naar de glorie van Gods heerlijkheid, eeuwig leven, een hemels bestaan… dáár willen ze bij horen, en het liefst zo dicht mogelijk bij Jezus in de buurt: links en rechts naast Hém!

 

Jezus zei tot die rijke (vorige week):

Je weet het: maak niemand dood, steel niet, vertel geen leugens, doe niemand tekort en heb eerbied voor je vader en moeder.”

Dat heb ik altijd al allemaal gedaan, Meester….”, antwoordde de rijke man.

Toen keek Jezus hem vol liefde aan (dwz: hij gaf hem een kans): “Éen ding heb je nog niet gedaan: ga naar huis, en verkoop alles wat je bezit. Het geld dat je daarvoor krijgt geef je aan de armen. Dan zal je een schat ontvangen in de hemel. Kom dan terug en ga verder met me mee.”

Een antwoord waar hij niet op gerekend had, maar wat hem wijst op een dienstbare houding: stel je leven en bezit in dienst van de arme, de zwakkere.

 

Vandaag horen we woorden van Jezus die daar nog wat verder op doorborduren: in reactie op de vraag van Jakobus en Johannes om dicht bij Hem te zitten, zegt Jezus niet: “goed plan mannen, van mij mag dat. “Nee, hij zet ze met beide benen op de grond: kunnen jullie dan óók de beker drinken die ik moet drinken……

 

Beste mensen,

We leven in een samenleving waarin we het over het algemeen goed hebben. Zeker als we ons realiseren dat het vandaag Wereldmissiedag is. Wij, hier in Nederland, leven in heel welvarende omstandigheden. Ondanks dat we een heel droge zomer gehad hebben waar zeker de boeren flink last van gehad hebben. En er zijn mensen die nog steeds de crisisperiode niet te boven zijn.

En aan de andere kant: We kennen ook bij ons nog steeds mensen die zich over de rug van anderen willen verrijken, we horen van fraudezaken, van vriendjespolitiek, van ongelijkheid, mensen die carrière willen maken, ten koste van anderen.

De welvaart en vrijheid van de één wordt vaak de onvrijheid van de ander.

Die on-balans, die is er en is ontzettend moeilijk te doorbreken. Het lijkt bijna een noodzakelijk kwaad. Maar moeten we het daarbij laten?

En wat heeft het te maken met de lezing van het evangelie van vandaag?

 

Jezus spreekt vandaag van dienstbaarheid, als een oproep om de macht, áls je die al hebt, maar noem het liever, je talenten: niet te misbruiken, maar in dienst te stellen van de gekwetste medemens.

Jakobus en Johannes willen graag dichtbij de Heer zitten in zijn glorie.

Dat kan ook een verlangen zijn om dicht bij Jezus te blijven, zonder verdere bijbedoelingen. Maar dan nog zegt Jezus: alleen zo’n mooi plekkie, daar gaat het niet om. Als je dichtbij mij wilt zijn, dan hóórt daarbij dat je je inzet voor de armen, voor de zwakkeren. Juist ook omdát hij de beker gedronken heeft, de gifbeker van alle kwaad en zich zó in alle dienstbaarheid heeft gegeven aan ons.

Leven in de buurt van Jezus vraagt om solidariteit, vraagt om gerichtheid op je naaste, wat heb je gedaan voor je medemens in nood.

 

Ieder van ons kan zich die vraag stellen:

Wat heb je gedaan, wat doe je voor je medemens in nood?

Wat betekent solidariteit met de zwakkeren voor jou?

Wat betekent het voor jou om christen te zijn/ Jezus te volgen vandaag de dag?

 

Wie onder u groot wil worden moet dienaar van u zijn….” zegt Jezus,

En wie onder u de eerste wil zijn moet aller slaaf wezen.”

 

Vandaag, op wereldmissiedag denken we speciaal aan mensen in Ethiopië.

In dit arme land dat eigenlijk de handen vol heeft aan opbouw van het eigen land na jarenlange conflicten met Eritrea wordt na Oeganda het grootste aantal vluchtelingen opgenomen, zo’n 900.000 mensen, uit de omringende landen, waaronder zelfs Eritrea. De eigen bevolking is in sommige regio’s zelfs duidelijk in de minderheid. De priesters, zusters en catechisten, zeg maar geschoolde vrijwilligers, zetten zich in voor onderwijs en zorg, kleine projecten waarmee mensen hun eigen inkomen verdienen.

Zo is de katholieke Kerk in Ethiopië een voorbeeld van een dienende kerk. Ze doet in ieder geval wel haar best.

Ze is volop dienstbaar aan de mensen in de Ethiopische

samenleving. Ze helpt mee aan beter en toegankelijk onderwijs voor kinderen.

Juist door haar dienende houding staat de kerk in hoog aanzien en

helpt ze mee de samenleving leefbaar te maken. Niet door politieke

macht, maar door te dienen heeft ze invloed ten goede op het leven van mensen.

 

Beste mensen,

Met de inzet van deze mensen in Ethiopië voor ogen en de lezing van vandaag in de hand kunnen wij, als mensen van de kerk van vandaag bij onszelf te rade gaan:

Waar zet ik mijn talenten in ten dienste van de ander? Niet alleen inzet van talenten om zelf hogerop te komen, de beste plekjes te krijgen… daar is op zich niks mis mee is: jezelf ontwikkelen, groeien in deskundigheid, in vaardigheid is ook goed en terecht. Maar de volgende vraag die je jezelf mag stellen is: waar en voor wie zet ik het in?

Voor het beste plekje links of rechts van de hoge troon vraagt Jezus vandaag aan ons om grootsheid in dienstbaarheid.

Met die opdracht gaan wij deze zondag en de komende week in.

Dat het ons en de wereld ten goede mag komen.

Amen.

 

Clazien Broekhoff