De maagd zal zwanger worden en een zoon baren ... Immanuel: God met ons

De engel in Matheus 1,23 en Jesaja 7,14b

Preken

Preek 22 september 2019 – 25e zondag door het jaar (A)

Preek 22 september 2019 – 25e zondag door het jaar (A)

Amos 8,4-7 en Lucas 16,1-13

Loterijen zijn populair. Stel je toch eens voor dat je de hoofdprijs in loterij wint. Miljoenen voor jou!  Wat voor mogelijkheden openen zich dan! Geld geeft macht, alles is immers te koop, of althans zo lijkt het. De fascinatie voor geld is niet alleen van deze tijd. Zo vertelt Jezus in het evangelie een parabel over een rentmeester. Rijke mensen stelden een rentmeester aan als beheerder van hun bezittingen en kapitaal. Een soort financieel manager dus. Zo’n manager heeft twee eigenschappen nodig: hij moet betrouwbaar en creatief zijn. Betrouwbaar: het geld is immers niet van hem. Creatief: hij moet ervoor zorgen dat het kapitaal groeit. worden… De rentmeester in het verhaal van Jezus is wel creatief, maar niet betrouwbaar. Tja, hoe gaat dat, zoveel geld onder handbereik, dan ligt de verleiding op de loer om dingen te doen in het eigenbelang. Zijn baas zit in het buitenland. Niemand heeft het in de gaten… Het begint klein, maar voor je het weet gaat het mis. We kennen ook de verhalen uit onze tijd. Dan komt de baas terug, ontdekt de praktijken en wil hem ontslaan. Ontslag betekent dat hij als inwonend rentmeester ook dakloos wordt. En werken met zijn handen op het land kan hij niet, en bedelen wil hij niet. Daarom gaat hij creatief boekhouden om zo te zorgen dat hij je vrienden maakt bij degenen die bij zijn baas in het krijt staan. Hij vervalst dus de schuldbekentenissen. Wat doet nu zijn baas? Het tegendeel van wat we zouden verwachten: hij prijst hem omdat hij zo slim heeft gehandeld. Hij kan die creativiteit wel waarderen. Waarschijnlijk heeft hem dat zelf in het verleden ook geen windeieren gelegd. Maar vervolgens zal hij hem ongetwijfeld toch hebben ontslagen…

 

Maar nu komt het merkwaardigste. Jezus stelt ons deze fraudeur ten voorbeeld!  “Zo zeg Ik u ook: maakt u vrienden door middel van de onrechtvaardige mammon”, dat is dus met het geld. Hoe moeten we dat begrijpen? Het is toch niet te rijmen met de Jezus die ons uit al die andere evangelieverhalen naar voren komt. En als we even later horen dat Jezus waarschuwt voor de mammon – “je kunt niet God dienen en de mammon” – begrijpen we dat Jezus iets anders moet bedoelen.

Het lijkt erop dat Jezus ons aanspoort om creatief te zijn. Kijk eens hoe creatief sommige mensen zijn met geld: wees ook zo creatief als het gaat om de dingen van God! Ja, en als jezelf met geld omgaat, gebruik het dan creatief voor goede doelen. Want wij christenen zijn niet alleen kinderen van het licht, maar ook van deze wereld, dat wil zeggen de wereld waarin geld een grote rol speelt. We hebben er mee te maken, of we willen of niet. En de vraag is dan, hoe willen wij daar mee omgaan? Ook wij, christenen, worden blootgesteld aan de verleidingen van geld. We kennen toch ook het verlangen naar veel geld en rijkdom. De verleiding om te sjoemelen met de belasting of verzekering. Dat is toch niet zó erg…?

Dat deze verleidingen van alle tijden zijn blijkt ook uit de eerste lezing. De profeet Amos stelt de wanpraktijken uit zijn tijd aan de kaak (750 jaar vóór Christus). Het gesjoemel en bedrog, het winstbejag en de geldzucht. Rijken die steeds rijker worden ten koste van de armen. Wat dat betreft niks nieuws onder de zon.

Gaat het wel samen, christen-zijn en geld? Het is in ieder geval een lastige combinatie. Jezus lijkt nergens bezit af te keuren, maar vraagt ons om alles wat we hebben aan talenten en bezit in dienst van zijn Rijk te stellen. Wat wil je ermee, wiens belang wil je ermee dienen. Dien je God of de mammon. Kies je voor God of voor het geld? Laat je je vooral leiden door de verleidingen van het geld en nog meer geld, of laat je je leiden door God die ons oproept om het welzijn van ieder mens, vrede en gerechtigheid na te streven. Op rand van Nederlandse twee-euromuntstuk staat nog altijd de tekst: God-zij-met-ons. Kunnen we dat als aansporing verstaan om geld nooit ten nadele van mensen te gebruiken, maar op een manier die God dient?

Diaken Marc Brinkhuis