De maagd zal zwanger worden en een zoon baren ... Immanuel: God met ons

De engel in Matheus 1,23 en Jesaja 7,14b

Preken

Bemin je vijanden, doet wel aan die je haten

Beste zusters en broeders in Christus,

Bemin je vijanden, doet wel aan die je haten; als iemand je op de ene wang slaat, keer hem dan ook de andere toe…. Is dit allemaal niet wat te overdreven?  Is dit nou werkelijk te volbrengen, zo’n radicale liefde voor anderen? 

Moet je daar niet een héél groot mens voor zijn?
 En... wíl ik dit wel?
Wil ik wel goed zijn voor mensen die mij helemaal niet liggen, mensen aan wie ik mij enorm irriteer, mensen die me ‘n hak hebben gezet,  die me voor de gek hebben gehouden, mensen die mij niet zien staan, die me met de nek aankijken? Kan ik dat opbrengen? Moet ik dat opbrengen?

Zusters en broeders, dit evangelie is door de eerste christenen - die het héél moeilijk hadden - als een spiegel gebruikt.  Zo toetsten ze hun eigen handelen. 

Die eerste christenen werden vervolgd; werden achterna gezeten; ze werden zelfs gemarteld en gedood omdat ze getuigden van hun geloof in Jezus de Christus!  En natuurlijk hebben ze toen gevoelens van haat en wraak gekend.

Maar juist in die situatie vertelden ze elkaar over Christus. Wat Hij ook al weer gezegd had.  Zo keken ze als in een spiegel naar hun eigen handelen. “ Heb je vijand lief. Keer de andere wang toe als je geslagen wordt. Zégen hen die je vervolgen”.

Natuurlijk was dit voor die eerste christenen hartstikke moeilijk. Net als voor ieder van ons.
Als iemand je verschrikkelijk dwars zit, en je krijgt er eindelijk genoeg van, wil je ook wel eens een keer terugslaan. Dat werd me als kind ook voorgehouden – je moet je niet op de kop laten zitten;  je hoeft je toch niet in de hoek te laten drukken.

Het is heel normaal, heel menselijk, dat je wel eens denkt: Ik krijg hem /haar nog wel!! Ik zal het ze wel betaald zetten.

Tóch vraagt Christus vandaag iets heel anders van ons: Méér dan het gewone! “Bemin uw vijanden, doet wel aan die u haten”.

Maar dat is toch eigenlijk onmogelijk?    Hoe doe je dat dan?  Je kunt toch niet zomaar al je teleurstellingen opzij zetten.

Het evangelie van vandaag geeft ons een weg aan, die misschien wel veel moeite en tijd zal kosten,   maar het is de enige weg. Jezus daagt ons vandaag uit: Probeer het!

Het biedt zoveel kansen en mogelijkheden…

De vraag is: willen we die weg gaan! ??

Kun je het opbrengen om tegen jezelf te zeggen: “Ik vind het moeilijk om te vergeven en te vergeten; maar ik hoop dat ik ooit nog eens zover kom”.  Kun je dat opbrengen?  

Jezus daagt ons uit! Maar de vraag is: hoe ga ik dit concreet doen?  Kijk dan eens naar voorbeelden van anderen en leer daarvan.  Ik denk aan Jezus zelf die tegen zijn verrader Judas zegt: “Vriend”, (dat is al heel opvallend… dat Jezus Judas ‘vriend’ noemt)    “Vriend waarom ben je gekomen; vriend waarom doe je dit toch?”
Daar ligt niet alleen maar een beschuldiging in.
Maar het is veel meer een vraag: ‘Waarom bezorg jij jezelfzoveel ellende door Mij te verraden?

En als Jezus aan het kruishout hangt en veel pijn lijdt, wordt hij bespot, uitgelachten, beledigd, bespuugd… En dán zegt Hij: Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen’
Wat een begrip, wat een barmhartigheid

Ik denk aan de heilige Clemens Maria Hofbauer (niet zo bekend – Pater Redemptorist  - Patroon ook voor hopeloze zaken:  geboren in 1751 uit een Tsjechische vader en een Duitse moeder en in 1820 in Wenen overleden). Als priester / pater Redemptorist werkte hij vele jaren onder de armen in Warschau – Polen).

Een bekende anekdote over hem vertelt dat hij langs de huizen ging om geld op te halen voor de armen.

Hij klopt ook aan bij een man die ongelovig is en anti-kerks.
De man opent de deur en spuugt pater Clemens Maria in het gezicht.
Clemens Maria zegt vervolgens – dit was voor mij … heeft u ook nog iets over voor de armen? Heel ontwapenend!

En het verhaal vertelt dat deze man zo perplex stond van de reactie van pater Clemens Maria dat hij vervolgens een gift deed voor de armen.
Over de “andere wang” en “liefhebben wie jou haten” gesproken.

Zo zijn er tal van voorbeelden die ons kunnen helpen / sterken.

Sommigen zullen nu denken: Wat een slappe boel dat christendom!  Meer iets voor watjes, zachtgekookte eitjes, wereldvreemde types!
Wij denken vaak in termen van ‘het recht van de sterkste’.
Maar dat heeft zó weinig fantasie - is zo “recht toe recht aan”.

Het evangelie is veel vindingrijker / veel uitdagender!
 Je weet maar nooit, misschien komen we zover dat we elkaar recht in de ogen durven zien  en zeggen: Wat jij mij hebt aangedaan, dat had ik misschien in jouw positie ook gedaan; jouw pijn is mijn pijn. Ik hoop dat ik ooit kan vergeven, laten we het in Godsnaam proberen…ook als de weg lang is.

Dat wij die weg durven gaan. De weg die Hij ons is voorgegaan:

Jezus Christus – Hij die het gelaat is van Gods Barmhartigheid, ons voorbeeld ten leven.

Amen.