De maagd zal zwanger worden en een zoon baren ... Immanuel: God met ons

De engel in Matheus 1,23 en Jesaja 7,14b

Preken

Vriendinnen en vrienden in de Heer

  • my_friend_jesus-300p.jpg

Lezen:

- Handelingen der apostelen 10,25-26.34-35.44-48
- Psalmen 98(97), 1.2-3ab.3cd-4
- 1e brief van de apostel Johannes 4, 7-10
- Johannes 15, 9-17

Preek Pasen 6b
10 mei 2015, Boskamp

 

Zusters en broeders in Christus,

Eigenlijk zou ik vandaag moeten beginnen met de aanhef: “Vriendinnen en vrienden in de Heer”. Maar eerlijk gezegd, daar heb ik moeite mee, en het zou me niet verbazen als we daar allemaal wat moeite mee zouden hebben. Zo intiem zijn we niet met elkaar. Onze groep is er te groot voor en we herkennen elkaar wel als gelovigen, als katholieken, maar als vrienden...? En dan is er nog iets: echte vrienden spreek je anders aan, met hun voornaam of met een bijnaam die iets van de gehechtheid uitdrukt. De problemen die ik zojuist noemde, geven wel aan hoe kostbaar vriendschap is in onze ogen. We maken niet voor niets een onderscheid tussen familie, kennissen en vrienden. En wanneer we de mate van intimiteit aangeven, doen we dat in termen van vriendschap.

Dus zo spreekt Jezus ons aan: als vrienden, ‘jullie zijn mijn vrienden’.
Over de hoofden van de leerlingen heen spreekt hij ons aan, zijn nieuwe leerlingen. Ik zelf voel me er wat verlegen mee. We zijn meer gewend om hem aan te spreken met Heer. Heer Jezus, onze broeder, onze God (om maar de bekende kyrie litanie aan te halen). Maar Jezus lijkt dit te verwerpen: Bij Heer hoort het woord dienaar, maar jullie noem ik geen dienaars meer, want een dienaar weet niet wat zijn Heer doet. En dat kunnen wij niet zeggen, want wij weten heel goed wat Jezus doet en gedaan heeft. Hij heeft zijn leven voor ons gegeven, Hij is ons nabij en wanneer we eucharistie vieren en wanneer we ter communie gaan, vieren we die nabijheid en de uitdaging die hij ons dagelijks geeft, om van het leven iets moois te maken.
Blijft in mijn liefde, opdat mijn vreugde in u mag zijn en uw vreugde volkomen wordt. Jezus zegt niets anders dan dat Hij ons gelukkig wil zien en dan is Hij ook gelukkig, maar Jezus weet ook dat ons geluk pas dan iets voorstelt wanneer het in diepte geworteld is.

Vriendschap is niet het gevoel van ouwe jongens krentenbrood, wat hebben we het toch gezellig. Vriendschap veronderstelt contact, veronderstelt groei, ontstaat wanneer je samen dingen meemaakt die je ook kunt en wilt delen, samen leren lachen en huilen of elkaar verstaan in zwijgen. De vreugde waar Jezus over spreekt omvat voor hem ook de donkere kanten van het leven; Noem het maar de doodse kanten, met alle verdriet, alle boosheid, en narigheid die in ons is. In onze omgang met Jezus kan dit ook een vreugde geworden zijn die ruimte geeft, toekomst.

Afgelopen maandag was het 4 mei. Een dag die gevierd moet worden om het verleden op waarde te schatten, om ruimte te maken voor een goede toekomst. Het had ook 14 augustus kunnen zijn, de bevrijding van Japan in Indonesië, maar 4 mei leeft hier meer. We stonden stil bij de slachtoffers van de oorlog en andere vredesinzet. Onze verbondenheid met het verleden werd zichtbaar en voelbaar om de waarden van het heden en de toekomst opnieuw in te schatten.

Het verleden gedenken is een vorm van verlossing. Niet terugvallen in de vaste tredmolen van de geschiedenis, maar wat is gebeurd ter harte nemen. Wie dan in de liefde van God durft te treden, mag ontdekken dat er een andere toekomst groeit, dat de vreugde volkomen wordt.

Jullie zijn mijn vrienden, wanneer jullie doen wat ik jullie gebied.
De toevoeging lijkt wat in tegenspraak met de vriendschap. In vriendschap gebied je niet. Er zijn wel regels, maar geen geboden, hoogstens een dringend beroep. Ik kan het gebod alleen maar verstaan als een richtingwijzer om de diepte van de vriendschap aan te geven. Zoals een gebod om 4 mei te vieren niet echt kan, maar wel een aanwijzing is om met het verleden naar de toekomst te gaan. Een vriendschap met Jezus is alleen maar werkelijk vanuit een liefde voor God. Zoals Jezus’ liefde voor ons alleen maar mogelijk was door zijn diepe band met de Vader, zo worden ook wij gevraagd om God lief te hebben, met heel ons hart, met heel ons hebben en houden. (Voor ons een richtlijn om liefde zuiverder te maken, belangelozer, opdat God tussen ons aanwezig kan zijn.)

Jullie zijn mijn vrienden. Het is goed om ons te realiseren dat we die vriendschap niet hoeven te verdienen. Het gaat er niet om wat we presteren. Bij voorbaat mogen we ons, als volgelingen van Jezus Christus, verstaan als vrienden. Maar vriendschap moet wel onderhouden worden, door contact, door er te zijn, soms door iets te doen, maar vooral door er te zijn, aanwezig te zijn voor die ander.

Vandaag is het moederdag. Een joods gezegde luidt: “Omdat God niet overal tegelijk kan zijn heeft Hij moeders geschapen.” Waar die liefde oprecht is, mogen we God aanwezig weten. Ze is een uitnodiging om die liefde met liefde te beantwoorden, opdat ook zo de vreugde volkomen wordt en we met elkaar kunnen zegen: het was goed, we zijn er gelukkig van geworden.

Leo Geurts, pastoraal werker

Plaatje: Cassandre Maxwell

Dit bericht heeft nog geen reacties

Plaats een reactie

Beveiligingsvraag