De maagd zal zwanger worden en een zoon baren ... Immanuel: God met ons

De engel in Matheus 1,23 en Jesaja 7,14b

Preken

God de vader

  • rembrandt_-_barmhartige_samaritaan_400p.jpg

Leven uit vergelijking en berekening of leven uit barmhartigheid en liefde?

Preek zondag 6 maart – 4e zondag van de veertigdagentijd

Jozua 5,9a-10-12
2 Korinte 5,17-21
Lucas 15,1-3.11-32

We nemen elkaar voortdurend de maat. We vergelijken ons bezit, onze huizen, onze rijkdom, onze tuinen, onze kleding en ga zo maar door. Vaak koppelen we daar waarde-oordelen aan vast. Naar de ander toe: is iemand onze aandacht waard door zijn status, zijn uiterlijk, zijn macht…? Maar ook naar onszelf : ben ik wel goed genoeg, interessant, slim, rijk genoeg om aandacht te krijgen?

De gelijkenis van de vader en de twee zonen neemt ons mee in dit al te menselijke patroon, maar laat ook een andere weg zien, een goddelijke weg. De jongste zoon begint als een man die weet wat hij waard is, waar hij recht op heeft. ‘Geef mij het deel waar ik recht op heb’. Maar zo gauw hij het heeft, weet hij er niet mee om te gaan. Binnen de kortste keren draait hij zijn bezit erdoor. Even was hij de gevierde man. Onze fantasie kan het wel invullen. Een goed gevulde portemonnee en plotseling veel vrienden zolang het geld maar laat rollen. Maar even later, zonder geld, is niemand meer in hem geïnteresseerd. Zelfs de schillen voor de varkens mag hij niet eten… Hij komt tot bezinning, maar blijft denken in waard-zijn. Laat ik naar mijn vader terug gaan en duidelijk maken dat ik hem en God onwaardig ben. Misschien ben ik nog goed genoeg als knecht.

De oudste zoon redeneert vanuit dezelfde gedachte. Hij is kwaad als hij erachter komt dat zijn broertje weer in genade is aangenomen en dat zijn vader een groot feest ter ere van de thuiskomst georganiseerd heeft. Zijn broer – zo denkt hij - heeft met de ontvangst van het erfdeel zijn plek in huis verloren. Hij noemt hem zelfs geen broer meer, maar noemt hem tegenover zijn vader ‘die zoon van u’. Merkwaardig genoeg denkt hij hetzelfde als zijn broer; die is in zijn eigen beleving nietswaardig geworden, de oudste zoon ziet hem inderdaad zo. En hij vindt – hoe menselijk en herkenbaar – dat hij in vergelijking met hem te kort wordt gedaan. Gisteren was er nog niets aan de hand; hij had zijn bezit, zijn werkzaamheden, maar vandaag is het niet meer goed omdat hij zich gaat vergelijken met zijn broer. Hoe menselijk!

En dan de vader – hoe anders denkt en handelt hij. Het begint al met de grote vrijgevigheid aan het begin: hij verdeelde zijn vermogen onder hen. Maar het mooiste in het evangelie is toch dat hij op de uitkijk staat alsof hij in zijn hart wist dat zijn zoon zou komen: ‘Zijn vader zag hem al van verre aankomen en hij werd door medelijden bewogen.’ Er volgen geen verwijten. Hij laat de zoon niet eens uitpraten omdat hij het zelfbeklag niet hoeft te horen. Je was verloren en bent weer terug; je was als het ware gestorven, je leeft weer. Feest! Zoals hij aanvoelde dat de jongste terugkwam, zo weet hij blijkbaar ook van de situatie van de oudste die mokkend buiten staat. Hij gaat naar hem toe en probeert hem over te halen niet te leven vanuit meten en vergelijken: ‘Jongen, jij bent altijd bij me en alles wat van mij is, is ook van jou.’ We horen niet wat de oudste zoon vervolgens doet. Gaat hij naar binnen, naar het feest of blijft hij buiten. Jezus eindigt hier zijn gelijkenis alsof hij ons wil zeggen: en waar sta jij, hoe wil jij in het leven staan. Leven uit vergelijking en berekening of leven uit barmhartigheid en liefde? Kun je ook een mens als mens waarderen? Kan ik dat? Lukt het u?

Nog even naar die vader. Jezus laat doorschemeren dat het niet alleen over zomaar een vader gaat. Er is bijvoorbeeld geen moeder. Of mag je zeggen dat deze man vader en moeder tegelijk is. Het beeld van de vader op de uitkijk die de jongste omhelst past eigenlijk meer bij een moeder. Jezus suggereert ons in deze vader, dé Vader, zijn Vader. God die als een vader en moeder voor ons wil zijn. God staat op de uitkijk naar ons. Ook al vinden we onszelf niet goed genoeg, ook al beseffen we maar al te goed dat we tekortschieten, dat we regelmatig doen wat niet moet of nalaten wat juist wel had gemoeten. Toch staat God daar met de armen wijd om ons te ontvangen steeds weer. Gods liefde is letterlijk mateloos. In het sacrament van boete en verzoening mogen we dat op een intense manier vieren. Wie oprecht berouw heeft van zijn misstappen en van harte bereid is tot beterschap mag rekenen op Gods ontferming. God omarmt de mens en kijkt niet meer naar zijn misstappen. Paulus zegt het zo: ‘Ja, God was het die in Christus de wereld met zich verzoende: Hij telde de fouten van de mensen niet…’ De armen van Christus naar ons uitgestrekt. Het is goed dat je er bent. Kom maar en probeer zelf te leven vanuit Gods liefde. Mateloos in liefde en zorgzaamheid, in vergeving en barmhartigheid.

Diaken Marc Brinkhuis