Overweging bij Zach. 9; 9-10 en Mt. 11; 25-30. 14e zondag door het jaar

Kom hier studeren want op deze school slaag je absoluut voor je examen!
Kom met deze auto rijden, want jij en deze auto voelen als één!
Kom hier kopen, kom hier wonen, kom hier halen wat je wilt, want hier zijn de gouden bergen die je zoekt!!
Komt allen tot Mij die uitgeput en onder lasten gebukt gaat, ik zal u rust en verlichting schenken!

Het lijkt bijna zo’n reclameslogan die Jezus uitspreekt, en hoe weet je nu wat waar is, wat en wie kan je nu geloven????
Vandaag gaat het over verleiding, Jezus wil ons verleiden.
Maar om de woorden van Jezus te begrijpen, goed op hun waarde te kunnen inschatten, wil ik over twee lezingen vandaag iets zeggen.

Allereerst Zacharias. Één van de kleine profeten, zoals we dat noemen.
We vermoeden dat het eerste deel van het boek Zacharias geschreven is zo ongeveer rond 500 voor Christus. De eerste 8 hoofdstukken staan vol visioenen over de toekomst van het uitverkoren volk en Jeruzalem: God spreekt bij monde van Zacharias: “Ik keer naar Jeruzalem terug en daar zal mijn huis herbouwd worden.” God verbindt zich met het volk dat in de duisternis van ballingschap en ellende geleefd heeft.
En dan komen we bij het stukje dat we vandaag gehoord hebben, waarin de komst van een nieuwe koning wordt aangekondigd: Zie Uw koning komt tot U, rechtvaardig en zegevierend. Hij rijdt op een ezel.
Heel snel trek je dan de parallel met Jezus.
Kwam hij ook niet Jeruzalem binnen op een ezel? Als een nieuwe koning, zo dacht men? Rechtvaardig en zegevierend?

Toch gaat het bij dit stukje uit Zacharias nog lang niet over Jezus, maar wel over verwachting van betere tijden, over hoop, een perspectief op een beter leven. De ballingschap is voorbij, Israël en Jeruzalem zullen verdedigd en bevrijd worden van vijandelijkheden. De HIJ-figuur is een koning die zegevierend terugkeert uit de strijd. Een ezel is, hoe gek het ook klinkt, een koninklijk rijdier! Het gaf juist waardigheid aan. Én het gaf ook aan dat de koning zich niet verheven voelde boven zijn volk, maar juist zijn nederigheid, dienstbaarheid wilde tonen.
Deze koning zou de bevrijder zijn van het zware juk van de ballingschap!
En hoezeer verlangde men niet naar een leven in vrijheid!!

En dáár ligt wel de parallel met het Mattheus-evangelie van vandaag. Want ook hier hebben we te maken met een gemeenschap die uitziet naar een nieuw, bevrijd leven, zonder de druk van de Romeinse overheersing, die er was in de tijd dat Jezus leefde en Mattheus zijn evangelie schreef.

Er waren verschillende leiders die claimden de “nieuwe Messias” te zijn.
Wie was nu de ware?
We lezen vandaag uit hoofdstuk 11, vers 25-30. Het hoofdstuk 11begint met de vraag van Johannes: Is Hij, Jezus, de Messias, de komende? Of hebben we iemand anders te verwachten??
Jezus antwoord dan: “Gaat aan Johannes zeggen wat je hoort en ziet: blinden zien en lammen lopen, melaatsen genezen en doven horen, en aan armen wordt de Blijde Boodschap verteld.”

Met andere woorden: Jezus geeft aan: “Kijk wat er gebeurt, er gebeuren wonderlijke dingen, die mensen goed doen, omdat Ik er bij ben, omdat Ik er ben. Aan mijn handelen kun je herkennen dat Ik de Messias ben, de van God gezondene.

Tegelijk ziet Jezus ook dat er niet alleen bij Johannes, maar ook in allerlei steden nog een hele hoop ongeloof en twijfel is, en ook verzet, vijandigheid, ook tegen Hem. Daar zit machtsdenken achter, mensen die zich groot wanen, maar geen oog hebben voor de nood van de lammen en de blinden.
Dat werkt niet verbindend, daarmee verlicht je het juk van de ander niet.

En dan zegt Jezus: Vader ik prijs U, omdat U deze dingen, wel openbaart aan kinderen, maar verborgen houdt voor wijzen en verstandigen…. God laat zich zien aan hen die onbevangen, zonder bijbedoelingen in staat zijn om Zijn Woord te verstaan en er iets mee te doen.
Aan mensen, zoals kinderen, die niet uit zijn op uit heerszucht, of zo nodig zich willen uitgeven als koning of zogenaamde messias. Mensen die niet denken in termen van macht, maar oog hebben voor hen die een zwaar juk te dragen hebben. Dáár moeten we het van hebben.

In onze dagen mogen we denken aan zo’n jochie als Tijn. Een kind, zelf ziek, maar tóch nog oog hebben voor andere kinderen die minstens zo’n zwaar juk te dragen hebben als hij. Hij is gestorven deze week. Maar hij laat een eeuwig groot verhaal na, zoals men zegt, een voorbeeld, omdat hij en zijn gezin niet denken in macht, niet alleen aan zichzelf denken, maar oog hadden voor de ander, ondanks zijn en hun eigen narigheid.

Zo wil ook Jezus zich presenteren. Met oog voor de kleinen, voor mensen die écht te lijden hebben onder een fysiek of psychisch te zwaar juk. Zo wil Hij Messias zijn. Zo is Hij Messias, de gezondene van God. Zó is Hij ook degene door wie wij God kunnen kennen.
Want bij God kunnen wij rust en vrede en liefde vinden.
Komt tot Mij die uitgeput en onder lasten gebukt gaat, want Ik zal u rust en verlichting schenken: Kijk naar Mijn handelen en je ziet: blinden zien weer, lammen lopen weer, doven horen weer: er is werkelijke verlichting voor hen die lijden! Bij Mij ben je veilig, geborgen, ik ben zachtmoedig en nederig van hart.
Gij zult rust vinden voor uw zielen….

Kom kopen, kom hier, Koop dit, koop dat!
We moeten het héle Evangelie lezen, en dan weten we dat we bij Jezus geen kat in de zak kopen, maar dat het bij Hem gaat om werkelijke verlichting van lasten, die mensen goed doen, vandaag en alle dagen.
In dat licht mogen wij zijn leerlingen zijn, en ook elkanders lasten dragen, wetend en gelovend, dat God met ons meedraagt, want, zo besluit het Evangelie van vandaag: mijn juk is zacht en mijn last is licht….
Ook Jezus weet zich, in alle last die hij gedragen heeft gesteund door Zijn Vader. Alles is Hem door Zijn Vader in handen gegeven.

Kom kijken, en zie, Hij maakt alles nieuw.
Dát geloven en vertrouwen, dat is werkelijke bevrijding, en dát maakt het juk echt licht.

Amen.

Clazien Broekhoff.