• 

Hij had de  moed,
de moed om zich met zachte krachten
te weren tegen aardse machten,
te spreken onder barre spot
over het koninkrijk van God.

Hij  had de moed
om van Zijn Vader te getuigen,
om voor geen botte kop te buigen,
een man met opgeheven hoofd
die doen wil waar Hij in gelooft.

Hij had de moed,
Jezus, om trouw te laten blijken,
om met Zijn dwaasheid af te wijken,
zelfs tegen schriftgeleerden in,
en alles schijnbaar zonder zin.

Hij had de moed,
Hij wou desnoods Zijn jonge leven
met liefde voor Zijn waarheid geven,
Hij durfde, om recht voor God te staan,
de schande van een kruisdood aan.

God, wat een moed,
en wat een moed ons te vragen
Zijn weg te gaan, Zijn kruis te dragen,
Hem na te leven, vogelvrij,
een dwaas te worden zoals Hij.

Michel van der Plas: De man van Nazareth (Tielt 1992)

Afbeelding: bij het evangelie van de 12e zondag door het jaar: Lucas 9, 18-24
                www.kinderwoorddienst.nl

@mdj