De maagd zal zwanger worden en een zoon baren ... Immanuel: God met ons

De engel in Matheus 1,23 en Jesaja 7,14b

Geschiedenis van de Heilige Lebuinusparochie

De parochie voelt zich niet alleen een bundeling van vijf levendige geloofsgemeenschappen, maar ook draagster van een lange en inspirerende traditie. Die traditie begint met het ontstaan en de ontwikkeling van het christendom in Salland. Het gaat dan in het bijzonder om het grondgebied van de tegenwoordige gemeenten Deventer en Olst-Wijhe (de vroegere gemeenten Deventer, Diepenveen, Bathmen, Olst, Wijhe en enkele daarop aansluitende randgebieden aan weerszijden van de IJssel).


Nieuw geloof

De traditie en de identiteit van de parochie weerspiegelen zich in haar naam. In die unieke naam ligt het begin van het christelijk geloof in deze streken: de Angelsaksische missionaris Liafwin (Lebuinus), die hier omstreeks 765-768 het Evangelie verkondigde. Uit het werk van hem en van zijn metgezel Marchelm (Marcellinus) heeft zich de kerk in de regio ontwikkeld.

De stad Deventer vormde al vroeg een centrum van kerkelijk leven:

  • het werd de tweede zetel van de bisschop van Utrecht (vanaf de 9de eeuw)
  • de bisschop stichtte er een kapittel, een college van geestelijken in de Grote of Lebuinuskerk (11de eeuw)
  • er kwamen kloosters, gasthuizen en een kapittelschool (vanaf de 11de eeuw)
  • Geert Grote legde er de grondslagen voor de vernieuwingsbeweging de Moderne Devotie (14de-15de eeuw).

Vanaf ongeveer 1200 kwamen in de stad en in de dorpen parochies tot stand in:

  • Deventer (twee)
  • Bathmen
  • Olst
  • Wijhe
  • Wesepe

In Diepenveen bouwden moderne devoten een vrouwenklooster. Nog bestaande middeleeuwse kerkgebouwen herinneren aan parochies en klooster.

Met krachtige steun van de wereldlijke overheid bracht de reformatie (16de eeuw) het protestantisme. De oude kerkgebouwen gingen over op de calvinistische, gereformeerde kerk (en zijn nu meestal in gebruik bij de Protestantse Kerk in Nederland, de PKN).


Opnieuw beginnen

Tegelijkertijd verdween de katholieke kerk uit de openbaarheid. Het beleid van de overheid was eerst gericht op het verbieden van katholiek leven. Toen dat niet lukte, werden de katholieken gedoogd aan de rand van de samenleving.

Enkele centra van kerkelijk leven zijn na te speuren in Deventer, Riele (Schalkhaar), Boskamp en Boerhaar. Hier bestonden actieve kernen van gelovigen, die huizen en boerderijen openstelden om het geloof te vieren. Verspreid werkten in het gebied gemotiveerde priesters en religieuzen. Soms speelden aanzienlijke en kapitaalkrachtige families op hun buitenplaatsen een helpende en beschermende rol. Ondanks incidentele vervolgingen werd het klimaat in de 18de eeuw geleidelijk milder en ondervonden katholieken minder overlast en onbegrip.

Aan het eind van de 18de eeuw bracht de Bataafs-Franse tijd vrijheid van godsdienst, gelijkstelling van kerkgenootschappen voor het recht en scheiding van kerk en staat (1798).

Deze ontwikkelingen vormden een stimulans voor het opbouwen van een zichtbaar kerkelijk leven. Vooral na het herstel van een normaal kerkelijk bestuur, met parochies en bisdommen (1853) kwam een bouwstroom op gang van nieuwe parochiekerken. De favoriete stijl werd weldra neogotiek, die teruggreep op de Middeleeuwen.

In Deventer kreeg de katholieke gemeenschap de middeleeuwse Broederenkerk in handen. Zij restaureerde deze kerk van minderbroeders (vandaar de naam) Franciscanen in neogotische stijl (1865-1868). In de 20ste eeuw zouden in buitenwijken van de stad meer parochiekerken worden gebouwd.

De dorpen vervingen de huiskerken in verspreide boerderijen door forse nieuwbouw. Soms ontwikkelde zich rond zo'n kerkgebouw een overwegend katholiek dorp. In de gemeente Diepenveen gebeurde dat bijvoorbeeld te Schalkhaar, in Olst te Boskamp, in Wijhe te Boerhaar.

Vanuit Schalkhaar volgde later de stichting van de parochie in Lettele, vanuit Boerhaar die in Wijhe, vanuit Boskamp die in Olst. De kerkgebouwen in Deventer (Heilig Hart van Jezus), Schalkhaar, Lettele, Boskamp, Boerhaar en Wijhe zijn mooie voorbeelden van neogotiek.


Fusie en sluiting

Na enkele tussenstappen is een fusie tot stand gekomen tussen de elf parochies (met twaalf kerkgebouwen) tot de tegenwoordige Heilige Lebuinusparochie (2011). Een reorganisatie, gepaard gaande met het sluiten van kerkgebouwen (2014-2015) heeft geleid tot het vormen van vijf geloofscentra met zes kerkgebouwen.

Gesloten zijn de kerken van het Heilig Hart van Jezus, Joannes Vianney ( pastoor van Ars), Maria Koningin, Radboud en Titus Brandsma, alle te Deventer, alsmede Theresia te Olst.


Onderlinge verbondenheid

De actuele situatie is die van vijf geloofscentra met zes kerkgebouwen:

  • Nicolaas Schalkhaar (tevens Eucharistisch Centrum)
  • Broederen (van oudsher: Heilige Lebuinus) te Deventer
  • Nicolaas Lettele
  • Willibrordus te Boskamp en
  • Engelbert met Willibrordus te Boerhaar en Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen te Wijhe.

Het Titus Brandsma Huis in Colmschate (gemeente Deventer) vormt geen zelfstandig geloofscentrum, maar het stelt katholiek geloven wel in een dorp en een grote nieuwbouwwijk present in tal van activiteiten. Het vormt tevens het huis van de regionale Vietnamese parochie.

Het ontstaan en de ontwikkeling van de geloofscentra en hun kerkgebouwen laten grote onderlinge verschillen zien. Kenmerkend is echter overal de grote betrokkenheid van de gelovigen. Zij hebben hun gemeenschappen onder leiding van hun priesters gevormd en uitgebouwd, hebben met kleine en grote bedragen de kerkenbouw mogelijk gemaakt, scholen en parochiehuizen tot stand gebracht en begraafplaatsen aangelegd.

Vooral in de historie van de kerken in de dorpen is vaak verhaald, hoe parochianen zich daadwerkelijk hebben ingezet. Zij waren aannemers behulpzaam bij het transport van materialen, bij graafwerkzaamheden, metselen en voegen, timmeren en schilderen. Het dagelijks onderhoud was en is vaak nog steeds in de vaardige handen van de leden van klussenploegen. Een dergelijke daadwerkelijke inzet is niet alleen letterlijk onbetaalbaar, maar versterkt ook de onderlinge band tussen parochianen en met de gemeenschap. Niet voor niets zijn vooral de dorpskerken stevig geworteld in de plaatselijke gemeenschap.

Karakteristiek is ook het streven om de kerkgebouwen niet alleen goed te onderhouden, maar ook om ze te versieren en te verrijken met inspirerende herinneringen aan het verleden en met voorwerpen van kunst en kunstnijverheid. Geschiedenis, cultuur en beleving van het geloof en van de gemeenschapszin komen zo samen. Overal prijken beelden van geliefde heiligen, gebrandschilderde ramen en schilderingen met voorstellingen uit de heilsgeschiedenis, kruiswegen en - op de gepaste tijd - kerstgroepen. Schalkhaar heeft het beeldje van Onze Lieve Vrouw van Frieswijk, de Broederen de schrijn met relieken van geloofsverkondigers, het Titus Brandsma Huis persoonlijke herinneringen aan zijn naamgever. De parochie kent verder een rijke muziekcultuur, die voortbouwt op de - soms al lang bestaande - kerkkoren. Aan die traditie zijn ook de koren te danken die voor de gehele parochie beschikbaar zijn, zoals de Gregoriaanse Schola, de Cantorij en Spirit.


De vijf geloofscentra

Nicolaas Schalkhaar (Eucharistisch Centrum)

De Nicolaas in Schalkhaar (Eucharistisch Centrum) ontleent haar naam aan de middeleeuwse Berg- of Nicolaas in Deventer en is in neogotische stijl in 1894-1895 gebouwd. Architect was de Deventenaar Gerhard te Riele. Het forse, driebeukige kerkgebouw heeft een hoog opgetrokken viering, lagere dwarsschepen, een driezijdig gesloten koor en een toren van drie geledingen met een slanke, ingesnoerde spits. In 1933 breidde de Deventer architect Jac. Henket de kerk uit tot de huidige omvang. In 1990 werd de Vredeskapel toegevoegd, die veel bij uitvaarten wordt gebruik als plaats van afscheid nemen en condoleren. Op de gebrandschilderde ramen in de kerk staan onder meer de acht zaligheden uit de Bergrede afgebeeld.

Broederen Deventer

De Lebuinus (Broederen) in Deventer is van oorsprong een kloosterkerk van minderbroeders Franciscanen. Het klooster, dat tegen de kerk was aangebouwd en tussen de Broederen- en de Smedenstraat stond, is verdwenen. De minderbroeders bouwden hun kerk, dank zij een schenking door prinses Eleonora van Engeland, hertogin van Gelre, in 1335-1338. Uitbreidingen volgden totdat omstreeks 1500 de huidige omvang was bereikt. Het is een tweebeukige gotische hallenkerk van het type dat de Franciscanen met hun voorkeur voor sobere preekkerken graag bouwden. In de 17de eeuw was het een gereformeerde kerk, in de 18de een Franstalige protestantse (Waalse) kerk. In 1803 nam de katholieke gemeenschap het gebouw in gebruik. In 1865-1868 restaureerde architect H.J. van den Brink het gebouw in neogotisch stijl. Hij verlengde het noordelijke schip, bouwde een nieuwe traptoren, een toegangsportaal en een orgelgalerij. Aan de buitenkant is nu de middeleeuwse paterskerk nog goed herkenbaar, aan de binnenzijde is een neogotisch interieur te zien. Veel van het houtsnijwerk is van de hand van de plaatselijke beeldhouwer W.G. van Poorten. Restauraties volgden in 1982-1984 en 2012-2013, bij deze laatste werd een geheel nieuwe, natuurstenen vloer aangebracht. Daarin is de zerk van het graf van Elenora ingepast.

Nicolaas Lettele

De Nicolaas in Lettele laat in haar naam zien, een dochterparochie van die te Schalkhaar te zijn. Deze neogotische kerk met drie beuken kwam tot stand in 1893-1894, juist vóór die van Schalkhaar. Ook hier was de architect Gerhard te Riele. Het kerkgebouw in Lettele ziet er ongeveer uit als dat te Schalkhaar voordat dit laatste werd uitgebreid.

Willibrord Boskamp

De Willibrord in Boskamp is gebouwd op de plaats van de havezate (edelmanswoning) Boskamp. De havezate had tevoren als huiskerk dienst gedaan. De tegenwoordige kerk is een driebeukige neogotische kruiskerk met een lager, driezijdig gesloten koor. De smalle toren heeft twee geledingen, bekroond door een achtkantige lantaarn met slanke spits. De kerk werd in 1858-1859 gebouwd naar het ontwerp van H.J. Wennekers.

Engelbert Boerhaar en Wijhe

Het geloofcentrum Engelbert bestaat uit de gemeenschappen rond de voormalige parochiekerken in Boerhaar en Wijhe. Wijhenaar Engelbert van Vilsteren (1591-1660) was in de tijd van vervolgingen als jezuïet werkzaam in het pastoraat in Wijhe en verre omgeving. Naamgenot pater Engelbert (Hein) van Vilsteren, Karmeliet (1935-1973) (geboren in Boerhaar) was zielzorger onder de armen van de Filippijnen totdat hij daar werd vermoord.

Willibrordus Boerhaar

De Willibrordus in Boerhaar staat op de plaats van een voorganger uit 1819. Het tegenwoordige kerkgebouw is een driebeukige neogotische kruiskerk met een toren in twee geledingen en een ingesnoerde spits met flankerende torentjes. De parochie liet de kerk naar een ontwerp van H. Kroes in 1912-1913 bouwen.

Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen Wijhe

De kerk van Onze Lieve Vrouw Onbevlekt Ontvangen te Wijhe is in 1869-1871 gebouwd naar een ontwerp van Gerhard te Riele. De driebeukige neogotische kerk heeft een terzijde geplaatste toren van vier geledingen en een ingesnoerde spits met flankerende torentjes. Achter de kerk staat een neogotische kapel. Frappant is de voornaam van de bouwpastoor: Engelbertus Brugman.


Het Titus Brandsma Huis

Rond het oorspronkelijk overwegend protestantse kerkdorp Colmschate verrezen vanaf 1972 grote stadswijken van de gemeente Deventer. In deze hoek van de Nicolaasparochie (te Schalkhaar) kwam stapsgewijs de Titus Brandsma Parochie tot stand. Deze maakte aanvankelijk gebruik van tijdelijk beschikbare ruimtes. In 1989-1990 is de Titus Brandsma Kerk gebouwd. Architect is Deventenaar prof.ir. Jón Kristinsson. Hij ontwierp een sober, eigentijds, multifunctioneel gebouw. De kerkzaal staat daarin centraal, maar daaromheen zijn ander ruimten gegroepeerd die afzonderlijk en tezamen vele gebruiksmogelijkheden bieden. Een gedachteniskapel blijft buiten de drukte die hier soms heerst en roept Titus' leven in herinnering. Sinds de reorganisatie van de parochie in 2015 is het geheel geen geloofscentrum, maar wel een spirituele ontmoetingsplek voor velen in heel de parochie: Het Titus Brandsma Huis.

De Herberg van Ars

De naam van deze Herberg verwijst naar de pastoor die dit Franse dorp wereldberoemd heeft gemaakt: Joannes Vianney. Hij stond voor een eenvoudige kerk die dienstbaar midden onder de mensen staat. In 1929 kwam aan de Rielerweg een parochiekerk tot stand die naar hem werd genoemd.

Toen de sluiting van dit kerkgebouw zich vanaf 2009 begon af te tekenen, zocht de plaatselijke pastoraatsgroep naar nieuwe mogelijkheden om de inspiratie van Vianney in de wijk Voorstad Oost levend te houden. Zo ontstond het idee, in de pastorie een diaconaal centrum op te richten. Met steun van het pastoraal team van de Lebuinusparochie is dat gelukt. Terwijl het werk al volop in gang was, volgde de officiële opening in 2012.

Vianney blijft inspireren, een kerk te zijn die helpt, dichtbij in de buurt de mensen bij elkaar te brengen en te verbinden. Zo kan vanuit Christelijk perspectief een bijdrage worden gegeven aan een leefbare wijk.

De vrijwilligers van de Herberg bieden een vast programma aan met open ontmoetingsochtenden, themawandelingen, filmvoorstellingen en maaltijden. De roemruchte handwerkclub van de Vianney heeft hier een plaats gekregen en er is gelegenheid voor huis- en ziekenbezoek. Al die activiteiten komen samen in de Herbergvieringen, met schriftlezing, gebed, muziek en stilte. Nu de pastorie niet langer beschikbaar is, heeft de Herberg een plaats gevonden in het buurthuis Rielerweg 110.

Midden onder de mensen, in het hart van de buurt, leeft het gedachtegoed van Joannes Vianney voort.


De gesloten kerkgebouwen

Heilig Hart

De kerk van het Heilig Hart van Jezus kwam in 1902-1904 tot stand naar een ontwerp van de plaatselijke architect Wolter te Riele, zoon van de eerder genoemde Gerhard te Riele. Deze neogotische kruiskerk werd in 1915 in de richting van het koor uitgebreid en kreeg in 1934 een toren van drie geledingen met ingesnoerde spits naar het ontwerp van de Deventer architect A. Vosman. Het Gregoriuskoor van de parochie (1904-2015) genoot grote bekendheid en waardering.

Joannes Vianney Deventer

De kerk van Joannes Vianney (pastoor van Ars) is in 1928-1929 gebouwd naar het ontwerp van de Deventer architect M.A. Roebbers. Hij werkte niet meer in de daarvoor zo geliefde neostijlen, maar paste licht-expressionistische vormen toe. In de geest van zijn tijd ontwierp Roebbers een breed gebouw waarin de gelovigen een goed zicht hadden op het priesterkoor met het altaar. Een kleine dakruiter biedt plaats aan één klokje. Plannen voor het aanbouwen van een toren, die de Heilig Hart verwezenlijkte, kwamen hier nooit tot uitvoering.

Maria Koningin Deventer

De kerk Maria Koningin is een driebeukige basiliek, ontworpen door R.Th. van Remmen in de stijl van de Romeinse basilieken uit de Christelijke oudheid. De in 1958-1959 gebouwde kerk kreeg een forse, ongelede toren met tentdak.

Radboud Deventer

De Radboud in de Hoven te Deventer is in 1960 gebouwd en begin 1961 in gebruik genomen. Het is nooit een parochiekerk geweest, maar een kapel binnen de toenmalige Lebuinusparochie van de Broederen. Het bestuur van deze parochie wilde zijn parochianen aan de overzijde van de IJssel de reis naar de Broederen in de binnenstad besparen, temeer omdat de schipbrug niet meer de korte verbinding van vroeger bood. De eenvoudige zaalkerk is een ontwerp van architect en toenmalig kerkmeester Frans Bodifée. Met het oog op grootse plannen voor stadsuitleg ontwierp deze het gebouw zo, dat twee zijmuren gemakkelijk konden worden uitgebroken om daar zijbeuken toe te voegen. Zover is het nooit gekomen. Het gebouw vervult een centrale rol in het bloeiende verenigingsleven in de wijken rondom.

Theresia Olst

De Theresia in Olst heeft een eenvoudige zaalvorm. Het zou een noodkerk zijn die later zou worden vervangen door een definitief exemplaar, maar daar is het nooit van gekomen. Deze kerk werd in 1952 in gebruik genomen om de gelovigen uit het dorp niet meer te noodzaken naar de kerk in Boskamp te gaan. De naastgelegen watertoren uit 1962 deed tevens als kerktoren dienst.

Tekst: Clemens Hogenstijn
Foto's: Jadwiga Bosman, Gerda Albers, Thom Legebeke, Harry Mulder, Frans van Vilsteren, Laetitia van der Lans