De maagd zal zwanger worden en een zoon baren ... Immanuel: God met ons

De engel in Matheus 1,23 en Jesaja 7,14b

De Regel

De Regel

Hoofdstuk 1 van de Regel van de minderbroeders (voorlopige redactie)

Dit is de regel en de levenswijze van deze broeders: leven in gehoorzaamheid (obedientia), in kuisheid (castitas) en zonder eigendom (sine proprio), en de leer en de voetstappen van onze Heer Jezus Christus volgen die zegt:

  • ‘Als je onverdeeld goed wilt zijn: ga alles verkopen wat je hebt en geef het aan de arrnen en je zult een schat in de hemel hebben. Kom dan om Mij te volgen’ (armoede).
    En:
  • ‘Als iemand Mij achtema wil komen, moet hij nee zeggen tegen zichzelf, zijn kruis opnemen en Mij volgen’ (gehoorzaamheid).
    Zo ook:
  • ‘Als iemand naar Mij toe wil komen en niet breekt met [*] zijn vader en moeder, vrouw en kinderen, broers en zussen, ja zelfs met zijn eigen leven, kan hij mijn leerling niet zijn’ (kuisheid).
    En:
  • ‘Iedereen die zijn vader of inoeder, broers of zussen, vrouw of kinderen, huizen of akkers omwille van Mij achterlaat, zal het honderdvoudige ontvangen en het eeuwig leven bezitten’ (nederigheid).


[* Betere vertaling: "mij niet hoger acht dan" - FG - "Moeten we elkaar haten?"]

Dit hoofdstuk maakte al deel uit van de oerregel uit 1209/10. De triade evangelische raden ‘gehoorzaamheid, kuisheid en ‘zonder eigendom’ (1 RegMB 1,1) wordt uitgelegd door vier evangeliecitaten (1 RegMB 1,2-5).

Gehoorzaamheid (obedientia) komt neer op: ‘niet kiezen voor jezelf’ in trouw tot het einde toe.
Bij kuisheid (castitas) gaat het om een vorm van liefde (caritas): zuiverheid in relaties tot zowel de naasten als tot God.
Zonder eigendom (sine proprio) is de combinatie van armoede (paupertas) en nederigheid (humilitas).

“De Heer heeft mij een groet geopenbaard (revelavit); wij moeten zeggen:
‘De Heer geve je vrede.’