Testament
De Heer heeft op de volgende manier mij, broeder Franciscus, opgedragen (dedit) om te gaan leven in boetvaardigheid:
1. Toen ik in zonden leefde, leek het me te bitter om melaatsen te zien, maar de Heer zelf heeft mij te midden van hen geleid (conduxit) en ik heb hen verzorgd. En toen ik bij hen wegging, was wat me bitter leek, voor mij naar ziel en lichaam veranderd in zoetheid; en daarvan was ik daama nog een tijdje vol. En ik heb de wereld verlaten.
2. ‘En de Heer heeft mij zo’n geloof in kerken gegeven (dedit) dat ik eenvoudig bad en zei: ‘Wij aanbidden U, Heer Jezus Christus, vooral bij al uw kerken die er op de hele wereld zijn en wij zegenen U, omdat Gij door uw heilig kruis de wereld verlost hebt’.
3. Daarna gaf en geeft (dedit et dat) de Heer mij omwille van hun wijding groot geloof in priesters... En ik doe dit omdat ik lichamelijk in deze wereld van Gods allerhoogste Zoon zelf niets zie dan zijn allerheiligst lichaam en allerheiligst bloed dat zij zelf ontvangen en zij alleen aan anderen (ministrare).
En ik wil dat deze allerheiligste geheimen boven alles eerbiedig behandeld, vereerd en op een kostbare plaats neergelegd worden. Ik wil zijn geschreven allerheiligste namen en woorden verzamelen, overal waar ik ze op een ongeoorloofde plaats vind en ik vraag dat ze verzameld en op een passende plaats neergelegd worden. Alle theologen en al wie de allerheiligste woorden van God bedienen, moeten wij eerbiedigen en hoogachten als mensen die ons geest en leven (ministrare).
4. En nadat de Heer mij enkele broeders had gegeven (dedit), ...
5. ... toonde niemand mij wat ik moest doen, maar de Allerhoogste zelf heeft mij geopenbaard (revelavit) dat ik moest leven met het heilig evangelie als regel.
6. En ik heb die met weinig woorden en eenvoudig op schrift laten stellen en de heer paus heeft hem voor mij bevestigd... Maar zoals de Heer mij opgedragen heeft (dedit) de regel en deze woorden eenvoudig en zuiver te zeggen en te schrijven, zo moeten jullie ze eenvoudig en zonder interpreteren verstaan en met heilige daden tot het einde toe onderhouden.