De maagd zal zwanger worden en een zoon baren ... Immanuel: God met ons

De engel in Matheus 1,23 en Jesaja 7,14b

2. Willibrord

2. Willibrord

< Vorige    Omhoog     Volgende >

Willibrordus (van Utrecht)

Geboren in 658 in Northumberland, Engeland – gestorven 7 november 739 te Echternach, Luxemburg
 

Bisschop en eerste geloofsverkondiger, vader van ons geloof, brenger van het Woord, bronheilige (hij sloeg bronnen uit de grond waar water uit ontsprong).

Feestdag 7 november.

Patroon van: de Nederlandse kerkprovincie, de bisdommen Groningen-Leeuwarden, Haarlem-Amsterdam en aartsbisdom Utrecht; van arbeiders, bierhandelaren en caféhouders, herbergiers, dansers, toneelspelers, van de Willibrordvereniging voor oecumene.

Aangeroepen bij: epilepsie, huidziekten, koorts, spiertrekkingen en zenuwziekten.

Het beeld: Willibrordus is uitgebeeld als bisschop met mijter,grijze korte baard, boek, ring en kruisstaf, waarmee hij een bron slaat. Atelier Cuypers Stolzenberg, Roermond, ca 1860, 195 cm. hoog. Pendant van Bonifatius.

Willibrord(us)

Benedictijnermonnik, die in opvolging van Wilfridus van York uit Engeland in de lage landen zendelingswerk wilde doen, landde in 690 bij Katwijk als expeditieleider met elf Ierse missionarissen, om via de Rijn door naar Utrecht te gaan. Hij zocht meteen samenwerking met de Frankische koning Pepijn II, 640-714, en kreeg Friesland

(ongeveer het gebied bestrijkend dat nu Zeeland, Noord Holland, Utrecht, Groningen, Friesland en een provincie Oost Friesland, wat nu Duitland is)

als missiegebied. Pepijn kon hem beschermen, nadat hij koning Radboud van de Friezen had verslagen bij Wijk bij Duurstede

Pepijn, die hij doopte, gaf hem de mogelijkheid in Utrecht het St.Maartensklooster en de San Salvatorkerk te bouwen om van daar uit de omringende streken te kerstenen, Bonifatius was daarbij behulpzaam. Utrecht, Susteren (in het smalste gedeelte van Limburg) en Echternach waren zijn voornaamste uitvalsbases.

Ook was het Pepijn die Willibrord naar Rome stuurde om door Paus Sergius I tot bisschop gemaakt te worden. Hij kreeg hierbij de naam Clemens, die hij echter nooit zou gebruiken.

Willibrord werd in 695 in Rome tot 1ste aartsbisschop van de Friezen aangesteld.

In 698 kon hij, dankzij een schenking van de schoonmoeder van Pepijn, op een landgoed een kloosterschool bouwen en stichtte hij samen met Irminia van Öhren, een benedictijnerabt uit Trier, de abdij van Echternach. Het scriptorium (schrijfatelier) dat hier ontstond kreeg grote bekendheid. Ook in de omgeving stichtte hij vele andere kerken en kloosters.

Volgens de legenden over Willibrord sloeg hij overal bronnen en waterputten, water dat als symbool staat voor Christus, die de enige en eeuwige bron is, daarmee ook de natuurverering van het Germaanse heidendom parerend.   

Toen in 714 Pepijn stierf, moest Willibrord tijdelijk uitwijken naar Echternach, om buiten het gebied van Radboud te zijn. Pepijn had op 2 maart 714 nog een abdij gesticht voor Willibrord op een landgoed in Susteren; op die plek bevindt zich nu de St Almerga-basiliek. Nadat Pepijn's opvolger, Karel Martel, in 719 Utrecht weer veroverd had op Radboud, kon Willibrord terug keren naar Utrecht om zijn werk voort te zetten. In 719 ontving hij daar Bonifatius die na 3 jaar naar de Germaanse landen zou afreizen. Willibrordus doopte de zoon van Karel Martel en predikte in Vlaanderen, Holland, Zeeland en Friesland.  

Hij stierf op 81-jarige leeftijd en werd op zijn verzoek begraven in Echternach.
Al spoedig na zijn dood werd hij als heilige vereerd en groeide zijn graf uit tot een belangrijke bedevaartsplaats.

Sinds de dertiende eeuw houdt men jaarlijks op dinsdag na Pinksteren de beroemde  springprocessie in Echternach ter ere van Willibrordus, 3 stappen voorwaarts en 2 achterwaarts, 1200 m. van de brug over de Saur naar zijn graf in de crypte van de Basiliek van de abdij.

< Vorige    Omhoog     Volgende >