De maagd zal zwanger worden en een zoon baren ... Immanuel: God met ons

De engel in Matheus 1,23 en Jesaja 7,14b

Architect Wolter te Riele

Wolter te Riele (Deventer, 8 augustus 1867 - Utrecht, 13 februari 1937) is de architect van de Heilig Hartkerk en van een 90-tal andere kerken en geloof gerelateerde gebouwen in voornamelijk Overijssel, Gelderland en Utrecht. Ook zijn vader de aannemer Gerard te Riele was bouwer van diverse kerken. Rond Deventer zijn onder andere de kerken te Schalkhaar, Lettele en Wijhe van zijn hand. Maar ook het entreegebouw van de R.K. begraafplaats aan de Ceintuurbaan.
Wolter te Riele staat van dienst beslaat meer dan alleen kerken. Zo bouwde hij scholen, kloosters en pastories maar ook fabrieken, huizenscholen, villa's, winkelpanden en ziekenhuizen. Reden een kort stukje te wijden aan zijn werk.

Zo vader zo zoon
Wolter te Riele werd op 8 augustus geboren 1867 in Deventer geboren als zoon van de eveneens Deventer bouwkundige Gerhardus te Riele Wzn. Zijn vader was geen onbekende op het gebied van kerkbouw. Zo kwamen onder zijn toezicht onder andere de Kerken O.L.Vrouw Onbevlekte Ontvangenis te Wijhe (1869), Sint Nicolaaskerk te Lettele (1893) en de Sint Nicolaaskerk te Schalkhaar (1894) tot stand.
Tevens bouwde hij in Deventer het poortgebouw op de begraafplaats op de ceintuurbaan(1896) en het St.. Jozefgesticht in de nieuwstraat (in 1873). Naast de kerkelijke bouw heeft Gerardus Te Riele bijgedragen aan de winkelstraat in Deventer. Menig woonhuis werd vanaf 1870 omgebouwd tot winkel. In de binnenstad heeft hij in met name in de Nieuwstraat, de Kleine Overstraat en de Lange Bischopstraat talloze gevelverbouwingen en winkelwoningen uitgevoerd. Daarnaast hield hij zich bezig met woningbouw.

Opleiding
Na zijn opleiding aan de St. Lucasschool te Gent trad Wolter te Riele in de leer bij P.J.H. Cuypers (Rijksmuseum, centraal station (beide Amsterdam). Hij rondde zijn opleiding af in Londen met een cursus Middeleeuwse kunstgeschiedenis. De invloed van Alfred Tepe (Basiliek van de heilige Kruisverheffing aan de Kerkstraat in Raalte) is in het vroege werk van Te Riele goed zichtbaar.
Anders dan Cuypers Amsterdamse School, was Tepe een van de belangrijkste architecten van de Utrechtse St. Bernulphusgilde. De sterk door geestelijken gedomineerde gilde hanteerde strenge opvattingen over kerkelijke kunst waar in werd teruggegrepen op de Nederrijnse Gotiek. Veel gebruik van baksteen en weinig ruimte voor vernieuwende ideeën. Als gevolg van de liturgische vernieuwing van de Katolieke kerk moet het kerkgebouw 'gedemocratiseerd' worden. De kerkganger moet meer betrokken worden bij de liturgie: een breed middenschip zorgt er voor dat zo veel mogelijk mensen een goed zicht op het altaar hebben, veel natuurlijk licht op het priesterkoor, verhalende kerkelijke kunst en een korte afstand tussen gelovige en priesterkoor. Een enkele kerk is echter centraal van opzet. Na 1910 zijn de veranderingen niet zozeer in de plattegrond maar eerder in de details. Zo zijn er Romaanse invloeden. Zijn latere kerken kenmerken zich ook door speelsheid en meer decoratie, wellicht komt dit omdat Te Riele, ofschoon er beton en natuursteen voorhanden is, toch met vierkante bakstenen tot een oplossing wil komen.

Deventer
Te Riele vestigt in Deventer maar verhuist in 1912 naar Nijmegen. In 1918 besluit hij echter naar Deventer te verhuizen. Maar datzelfde jaar vestigd hij zich in Utrecht. In de 20-er jaren bouwt hij niet minder dan 27 kerken.
Tijdens zijn periode in Deventer bestaan Te Riele's werkzaamheden voornamelijk uit restauraties. Zo is zijn eerste grote opdracht de restauratie aan de Grote of Lebuïnuskerk. Hij restaureert aan de Bergkerk en de Nederlands Hervormde kerken in Twello, Terwolde, Voorst, Wilsum en Wijhe. Hiernaast starte hij met de St. Gregorius kruisbasiliek (1901) te Almelo een begin aan een lange lijst van kerken. In 1903 volgt dan in zijn geboortestad de H.Hart van Jezus Kerk en pastorie te Deventer.
Heilig Hart van Jezus Kerk te Deventer
In 1903 volgt dan in zijn geboortestad de H.Hart van Jezus Kerk en pastorie te Deventer. Aanvankelijk werd alleen het schip en pastorie gebouwd, gevolgd door transept (= dwarschip) en koor en in 1934 door een toren. De Heilig hartkerk is een galerij kerk in Neo Gothiek. Kenmerkend is het brede middenschip waardoor er goed zicht is op het altaar.

H. Hartkerken
Na de H. Hartkerk in Deventer (1903) ontwierp Te Riele ook de H. Hartkerken in Arnhem (1925) en Bosschenhoofd (1926-1928)
Voor de H. Hartkerk in Dalmsholte tekende hij alleen een aanbouw (1910).

Archief
Ofschoon zijn veelzijdigheid als architect en de belangrijkste architect van het aartsbisdom Utrecht is er nagenoeg niets over hem verschenen. Te Riele's archief ligt in het NAi(Nederlands Achitectuur Instituut) te Rotterdam en telt ruim 9 meter aan aantekeningen.